Denk je aan een stedentrip Portugal, dan denk je aan Lissabon of Porto. Ik tenminste wel. Tot een paar dagen geleden. Toen bezocht ik Aveiro, een stadje tussen Lissabon en Portugal in. Sindsdien staat Aveiro op mijn Portugese stedentrip lijst. Ik kwam er omdat ik op persreis was met Centro de Portugal. Omdat je dan toch het programma van de organisatie volgt, bleef ik er maar een dag, maar ik was het liefst langer gebleven. Toch heb ik een redelijk goede indruk van de stad gekregen. Hierbij mijn tips voor een dagje Aveiro.
First stop: station Aveiro
Het historische treinstation van Aveiro is betegeld met blauwe azulejos, Portugese tegels. Hierbij vergeleken is het treinstation in Zwolle maar wat saai. De tegels zijn beschilderd en vormen samen afbeeldingen van regionale activiteiten. Zo zie je de visvangst en de zoutwinnerij. Beiden zijn kenmerkend voor Aveiro, waar zout wordt gewonnen, dat wordt gebruikt om kabeljauw in te bewaren op zee. Dit pekelen, zoals het wordt genoemd, is een natuurlijke manier van conserveren. Hoe anders bleef de in Portugal zoveel gegeten kabeljauw houdbaar na dagen, soms wel maanden, op zee? Kabeljauw wordt namelijk niet in Portugal zelf, maar rondom Noorwegen, gevangen. Vanaf het moment dat de vis gedroogd is, heet het ook geen kabeljauw meer maar bakkeljauw, oftewel bacalhau.
Aan de overkant van het station zie je een mooie muurschildering van Alexandre Farto Aka Vhils. Deze vind ik echt heel bijzonder, want je ziet een gezicht, ontstaan door stukjes kalk/stucwerk weg te schrapen van baksteen.
Stop 2: Het Venetië van Portugal
De Rio de Aveiro verbindt het land met de zee. Het vormt ook de populairste attractie in Aveiro. Hier dobberen tientallen kleurrijke gondola’s, moliceiro genoemd. Ze vervoeren je door de stad of nemen je mee op een round trip door Aveiro. Het fijne is dat een boottochtje hier niet zo duur is als in Venetië. Slechts 8 euro per persoon! Wij pakten het iets luxueuzer aan. Net na zonsondergang gingen we aan boord en dronken heerlijke bubbels en de bekende snoepjes uit Aveiro, de Ovos Moles. Ovos Moles werden vroeger door de nonnen in het klooster gemaakt. Het zijn schelpvormige koekjes. De buitenkant is als een katholieke hostie. Binnenin vind je eigeel en suiker. Zoet, maar erg lekker. Je vindt ze in deze regio in zo ongeveer elke pasteleria.
Terug naar de bootjes. Wat meteen opvalt zijn afbeeldingen op de moliceiros. Deze zijn er kortweg in drie categorieën: heiligen, dagelijks leven en erotiek. Ik heb zelfs de combinatie heiligen én erotiek gespot. Hilarisch. Het is voor de Portugezen een manier om de kerk en politiek een beetje te bespotten heb ik gehoord.
Stop 3: slenteren door het centrum
Het centrum van Aveiro ontdek je het best door lekker op je gemak rond te slenteren. Of door te fietsen. Fietsen zijn gratis te huur bij BUGA. Opvallend in Aveiro zijn de gekleurde gevels en de vele tegels. Ik vind dat echt prachtig om te zien. Ik zou zelf ook wel in een tegeltjeshuis willen wonen. Ik schreef ook een blog over de tegels van Portugal, dus ik ga er nu niet al te uitgebreid op in. Behalve dan dat de tegels hier ook echt nut hebben. Ze versterken de huizen tegen weersinvloeden, het zout van de zee en houden de woningen warm in de winter en koel in de zomer. Bovendien zijn de gevels makkelijk schoon te maken. Scheelt weer een jaarlijkse schilderbeurt. Misschien zouden ze in Nederlandse badplaatsen ook gevels van tegels moeten aanbrengen. Ik vind het altijd zo troosteloos aandoen, die verwaarloosde, door water en wind, aangetaste huizen.
Het mooiste stukje van Aveiro vond ik Cais dos botiroes. Een kade vol gekleurde huizen en in het water dobberende bootjes. Zo fotogeniek! Vlakbij deze kade vind je de vismarkt. Bacalhau vind je hier niet, want zoals je nu weet, is die niet vers maar gepekeld. Wel vind je er heel veel calamares, inktvis en zeevruchten. Ben ik zelf niet zo fan van. Ik vind ze griezelig om te zien met hun tentakels. Maar als je de Portugese keuken wilt ervaren, kun je ze bijna niet vermijden. Bacalhau ziet er trouwens ook best raar uit, als een soort hangende grote vleermuis. Iek!
Stop 4: Art Nouveau museum
Centraal Portugal is dol op Art Nouveau, ook wel jugendstil genoemd. Kenmerkend aan deze kunststroming zijn de sierlijke vormen en de natuurlijke elementen. In zowel keramiek als in tegels zie je de Art Nouveau voorliefde terugkomen. Denk aan schalen in de vorm van kolen en borden beschilderd met hertjes en blaadjes. Als je Portugals Art Nouveau op zijn best wilt ervaren, moet je het Art Nouveau Museum bezoeken. Dit museum is gevestigd in het lichtblauwe gebouw aan Rua Dr. Barbosa Magalhães. Dit is de straat aan de hoofdkade, van waaruit de meeste boten vertrekken. Tip: aan de achterzijde van het museum zit een super leuk café. ’s Middags een erg relaxte plek voor een kop koffie of thee, ’s Avonds een cocktailbar. Je kunt er heerlijk loungen op zitzakken en uitkijken op mooie tegeltjes. Het café is ook open voor niet-museumgasten.
Portugezen houden van winkelen. Ik ook, dus ik voelde me hier erg thuis. In het oude centrum vind je naast toeristenwinkels ook leuke andere shops, zoals a Porta Verde, een te gekke vintage winkel. Ik heb hier een mooi oud tegeltje gescoord. Je ziet het cement nog aan de onderkant zitten. Geen idee wat ik ermee gaan doen, maar daar verzin ik nog wel wat op.
Een ander leuk winkeltje is ZECA. Een beetje toeristisch, maar dan op de niet foute manier. Je kunt hier oorbelletjes kopen gemaakt van kleine tegeltjes en stoffen sardientjes in vrolijke kleuren. Ook verkopen ze er heel veel lekkers uit de regio, zoals sardientjes (in heel mooi blikjes), zout en olie.
Om te lunchen is Rebaldaria erg leuk. Het restaurantje is retro, maar hip, ingericht en op de kaart staan allemaal lekkere gerechten zoals gegrilde tonijn met saus van passievrucht, risotto met garnalen en tofu curry. En zie je die street art met die kat op een van de foto’s hieronder? Die vind je hier ook. Love it!
Wil je echt shoppen, als in kleding kopen? Ga dan naar het winkelcentrum Forum Aveiro, de eerste shoppingmall van Portugal. Ze hebben er echt toffe winkels, zoals Pull and Bear (joehoe), Intimissimi, Stradivarius, Springfield en Zara. Ook is er een bioscoop. Een ideale plek voor als het regent in Portugal. Zo heb je ook dan iets te doen! Goed om te weten: de winkels zijn tot middernacht en op zondag open.
Stop 6: Museu de Aveiro
Het museum van Aveiro is deels gewijd aan Santa Joana, de dochter van King Alfonso V. Haar tombe staat in de kerk, die onderdeel is van het museum. Joana wijdde zich helemaal aan het geloof en liet zich opnemen in het bijbehorende klooster Mosteiro de Jesus. Als je binnenkomt in de kerk, weet je niet waar je moet kijken. It’s all gold that glitters. Goud en blauwe tegels. Vroeger zagen ze goud en blauw als ’the best of the best’. En het allerbeste moest natuurlijk naar de kerk toe. Hoe hoger je komt (hoe dichter bij God) hoe meer goud je ziet. De nonnen die in het klooster woonden (waaronder Santa Joana), hadden overigens niet zo’n ‘gouden’ leven. Het was afzien. Vooral omdat er niet gepraat mocht worden. De eetzaal van het klooster is te bezoeken. Gek idee dat hier altijd in stilte werd gegeten…
Last stop: bacalao eten
Bacalao hoort bij Portugal en Aveiro is dé bacalau-stad, dus als je echt goed vis wilt eten, moet je dat hier doen. En wel bij restaurant Salpoente. Dit voormalige zoutwarenhuis is nu een modern ingericht restaurant, dat immens populair is. Wij genoten er van een voorgerecht, bestaande uit bacalao, een hoofdgerecht dat was opgebouwd uit laagjes, bacalao en snippers aardappel en tomaat. En als toetje eigeel, ijs en vruchten. Zo lekker! We werden per boot naar het restaurant gebracht, wat de belevenis nog specialer maakte. Aanrader!
He Chantal! Leuk om te lezen en te kijken ook! Ongeevenaard, die foto van Ana in haar stippenjurk. Ik wil terug!
Ja, ik ook! En dan neem ik ook een stippenjurk mee : )
Bedankt voor dit verhaal. Er kwamen veel jeugdherinneringen bij mij. Mijn ouders woonden bijna 7 jaar in Barra. Mijn vader werkte voor de papierfabriek in Cacia. Ik was op school in Finland en bezocht hun tijdens schoolzomervakanties, die 3 maanden duurden. In Aveiro deden we onze boodschappen. Ik was een kind van 15 jaar, maar de tijd kan ik me goed herinneren. Ik heb heel veel van Portugal gezien, want we waren bijna elke weekend ergens heen. In 1956 is mijn jongste broer er geboren. Hij wordt 60 jaar in mei. Jammer genoeg ben ik er nooit terug geweest. Ik zou wel graag heen willen en dan met mijn broer, maar of dat ooit lukt, weet ik niet. Mijn broer woont in Finland en ik weet niet, of hij daarheen zou willen. Je weet niet, wat de toekomst breng, dus afwachten maar. Groetjes.
Wat een bijzonder verhaal Marja. Bedankt dat je dit met me deelt. Ik kan me voorstellen dat je Aveiro graag eens terug wilt zien. Ik hoop voor je dat het lukt!