We worden wakker in het Phanom Bencha Mountain Resort in Thailand. De hele nacht hebben we naar de geluiden geluisterd van… tja, wat zijn het eigenlijk? Brulkikkers? Insecten die een motorzaag nadoen? Apen? In de jungle slapen is een bijzondere ervaring. Als we ’s ochtends aan het ontbijt (yoghurt met fruit en een banana pancake) zitten, vragen we eigenaar Son of hij nog tips heeft voor een dagje uit. ‘De tijger tempel’ zegt hij resoluut. ‘Dat is heel bijzonder. Maar je moet wel omhoog klimmen.’ Nog voor ik verder kan vragen, zegt mijn vriend: ‘Leuk’. Mij lijkt het ook wel wat en dus zitten we een half uur later bij Son in zijn jeep, op weg naar de Tijger Tempel. Ik heb dan nog geen idee wat ons te wachten staat.
De echte naam van de Tijger Tempel bleek Tiger Cave Temple te zijn. Dit omdat er een legende bestaat, waarin een monnik een tijger in een grot ontdekte. Deze grot is nu omgebouwd tot tempel en de pootafdruk van de tijger is een bezienswaardigheid Verder wordt het terrein (en de grot) gedomineerd door een groep brutale apen, die eropuit zijn om je eten te stelen. Je kunt op de foto met een tijgerbeeld in felle kleuren en er zijn wat eettentjes. Son zou ons pas over twee uur oppikken en voor ons gevoel hadden we die tempel wel gezien, dus we hadden een lange wachttijd voor de boeg, waarin we onze ijsjes moesten beschermen tegen kleine apenhandjes. Maar toen zagen we ineens een trap. ‘Dit is het echte hoogtepunt van de tempel’, vertelde een Thai. ‘Boven wacht een hemels uitzicht. Mooier dan je ooit hebt gezien.’ Het bordje met daarop ‘1237 stairs’ negeerden we.
En zo klommen we omhoog. 1237 treden klonk als heel veel. Maar het leek me best te doen. Al viel het wel meteen tegen dat de treden niet zoals mijn eigen trap waren, maar vooral ongelijk, te hoog, te breed of te smal waren. Het werd dus al snel een flinke beproeving. ‘Ik kan niet meer’, zuchtte ik na een half uur. ‘Zijn we er al bijna?’ Toen een stelletje uit omgekeerde richting kwam, vroeg ik hoe ver het nog was. Ze moesten lachen. ‘Erg is het he? Maar je bent nog maar op een kwart.’ WAT??! EEN KWART? NEEEEE! ‘Wil je terug?’, vroeg mijn vriend. Ja, natuurlijk wilde ik dat. Maar dan had ik deze barre tocht voor niets gemaakt en bovendien wilde ik dat uitzicht zien. Doorgaan dus. Het scheelde dat iedereen het zwaar had. Om de zoveel treden stopten mensen om uit te puffen, water te drinken en even te zitten. Een kinderklas splitste zich op. Twee kinderen bleven halverwege achter, omdat ze echt niet meer konden. Ik wilde het liefst bij ze zitten, want ik was het zo zat. Het was warm en er leek geen eind te komen aan de trappen.
Net toen ik voor de zoveelste keer op het punt stond om op te geven, kwam er een monnik voorbij. Hij was minstens zeventig jaar en liep met een stok. Hij zweette, had het zwaar, maar hij liep door. Bijna mediterend, volslagen berustend in zijn lot. Dat gaf me het zetje dat ik nodig had. Als hij het kon! En dus gingen we verder. De stof van mijn jurk plakte aan mijn benen, het zweet gutste over mijn hoofd en ik deed niets anders dan treden tellen en denken aan het einddoel. En toen, ineens, waren we er! En dit is wat we zagen….
Wauw! Ik ben gaan zitten en heb vijf minuten niets gezegd. Dat kwam ten eerste omdat ik geen adem had, maar ten tweede omdat ik sprakeloos was. Wat een rust heerste hier en wat een uitzicht. Overal stonden Boeddhabeelden en de lucht rook intens naar wierook. In de verte zagen we bergen en meren. Het was fantastisch. Dit was echt hemels. We zijn een tijd boven gebleven om te genieten van deze beloning.
Daarna volgde de weg terug. 1237 treden naar beneden. Maar gek genoeg viel dat reuze mee. Met een grote glimlach op onze gezichten hopten we naar beneden. We moedigden in stilte (en soms hardop) de mensen aan die omhoog kwamen. Toen een meisje aan haar vriend vroeg of ze in hemelsnaam al op de helft waren, moest ik aan mezelf op de heenweg denken. Ik heb de trappen vervloekt, ik heb bijna opgegeven, maar ik ben nu super blij dat ik heb doorgezet. Als Son met zijn auto klaarstaat en ons vraagt hij het was, antwoorden we: ‘hemels.’ Dit uitje was niet gepland, totaal niet voorbereid, maar juist daarom verrassend leuk. Maar nu eerst uitrusten in het zwembad!
Mooi verhaal, en zo te zien was het uitzicht de zware klim waard!
Dank je Mirre. Dat was het zeker!