“Waar gaan jullie naartoe?”, vraagt de man bij de bagageband op Schiphol. Ik vertel dat we naar Zuid-Tirol gaan. “Ah, Oostenrijk”, zegt hij. “Nee, Italië.” Het valt op dat veel mensen niet weten dat Italië ook een stukje Tirol heeft. En dat stukje is hartstikke mooi. Je hebt er ‘best of both’, de kneuterigheid van Tirol en de goede stijl plus het lekkere eten van Italië. En sneeuw, veel sneeuw. Samen met cameraman Frank vlieg ik het Italiaanse winter wonderland tegemoet. Vanuit het vliegtuig hebben we een adembenemend uitzicht over de Alpen, met zijn grillige witte toppen. We zien zelfs enkele skiërs van bovenaf. Meteen zijn we in de stemming. Voor mij is het de tweede keer dat ik in Zuid-Tirol ben. In de zomer bezocht ik het plaatsje Sesto en maakte ik samen met mijn vriend deze video. Maar dit is de allereerste keer dat ik op wintersportvakantie ga. Ik heb zelfs nog nooit geskied. Misschien is wintersport ook wel een te groot woord. Ik ga vooral op wintervakantie. Genieten van de sneeuw, de gezelligheid, warme drankjes, lekker eten, de wellness, de natuur, de frisse lucht en uiteindelijk ga ik ook nog even skiën. Doodeng lijkt het me!
Vanuit Innsbruck rijden we door de Brennerpas Italië in. Het landschap is groen gekleurd. Groen? Maar dat mag niet! Waar is de sneeuw? We beginnen ons zorgen te maken als we zien dat we tien kilometer verwijderd zijn van onze eindbestemming: Alpe di Siusi. Zenuwachtig speuren we naar sneeuw. En dan ineens gaan we een tunnel door, belanden aan de andere kant van de berg en zien… sneeuw. Joehoe! Hoe hoger we komen, hoe meer er ligt. En als we bij ons hotel aankomen, voelen we ons echt even de koning te rijk. Blauwe lucht, hoge bergen, een verwarmd zwembad, waar de damp vanaf komt en om het zwembad heen een dik pak sneeuw. We worden verwelkomd met een prosecco, die we bij het zwembad opdrinken. Als dit wintersport is, dan houd ik ervan!
Ons hotel is het prachtige Tirler Dolomites Living hotel. Ik heb het voorrecht in de suite te slapen. Deze is helemaal te gek. Groot en uitgerust met een houten tobbe en een infrarood sauna. De kamer is gemaakt van pinewood, wat er niet alleen voor zorgt dat het er lekker ruikt, maar ook dat je er goed slaapt. Pinewood heeft volgens de architect van het hotel de eigenschap dat je hartslag daalt en je uitgerust wakker wordt. Zou kunnen kloppen, want na mijn eerste nacht in Zuid-Tirol word ik heerlijk uitgeslapen en vol energie wakker.
Mijn skiles stel ik nog even uit. Eerst gaan we samen met de Italiaanse Deborah de omgeving verkennen. Snowboots aan en wandelen maar. We starten in Compatsch en lopen van daaruit met een omweg naar bergrestaurant Puflatsch op 2.174 meter hoogte, een tocht van in totaal 12 kilometer en een klim van 300 hoogtemeters. Als we een half uur onderweg zijn, ben ik blij dat ik goede laarzen heb meegenomen. De sneeuw is op veel plekken aangevroren en spekglad, dus goede grip is belangrijk. Warme en droge voeten ook. Mijn laarzen zijn de all weather boots van Boots & Woods. Ik heb geen moment koude tenen gehad, dus ze bevallen prima. Helaas is het vandaag mistig en bewolkt. Dat zorgt ervoor dat we niet uitkijken op de bergen, maar op mist. Op ansichtkaarten zien we hoe het uitzicht eigenlijk zou moeten zijn. Prachtig. Jammer dat we dit niet kunnen zien. Het is gewoon dikke pech, want Zuid-Tirol staat juist bekend om de vele zonnige dagen, wel 300 per jaar. Vandaag is er niet een van. Als troost bestellen we een warme chocomelk met slagroom.
Het eten in Zuid-Tirol is eigenlijk te goed. Ik denk dat ik wel wat ben aangekomen de afgelopen dagen. Thuis neem ik nooit een toetje, maar hier kan ik me niet inhouden. Apfelstrudel, tiramisu, kaiserschmarren en marillenknödel, alles is lekker. De marillenknödel zijn mijn favoriet: zoete deegballetjes gevuld met abrikoos. Het lekkerste eten krijgen we bij berghut Gostner Schwaige, waar chefkok Frans de sterren van de hemel kookt in een super kleine keuken. In al zijn gerechten verwerkt hij bloemen en kruiden. En dus kun je hier de gekste dingen bestellen, zoals hooisoep. Dit klinkt vies, maar is erg lekker. Je krijgt je hooisoep geserveerd in een hard rond brood. Daaromheen ligt hooi en de soep zelf is gemaakt van verschillende Tiroler kruiden, die Frans zelf plukt. Frans maakt ook zijn eigen Prosecco (bijvoorbeeld vlierbes Prosecco) en Grappa. Normaal houd ik niet zo van grappa, maar Frans’ variant met dennen was echt heel lekker.
Verspreid over Alpe di Siusi vind je trouwens berghutten zoals Gostner Schwaige. Hier kun je even schuilen, wat eten en drinken. Je bereikt de hutten per ski, slee, benenwagen of kabelbaan. Auto’s zijn niet tot nauwelijks toegestaan in Alpe di Siusi, tenzij het de auto’s van locals zijn. Mensen komen dus van de ene naar de andere plek door te skiën. Erg grappig als je op het terras van je hotel zit en je ziet steeds mensen voorbij skiën en sleeën. Ons hotel had ook een gezellige hut, de Tirler Hutte. Veel mensen stopten hier even voor een warme drank of een biertje. Ik probeerde de jagerthee, thee met heel veel Jagermeister. Heftig! Ik was meer fan van Hugo, het populaire drankje met vlierbes en Prosecco, dat hier in Zuid-Tirol is uitgevonden.
Dan breekt het grote moment aan: mijn eerste skiles. Ik ben best wel zenuwachtig en bang om te vallen. Ik zie mezelf al terugkeren met een gipsvlucht. Gelukkig kan ik voorzichtig beginnen in de skischool in Compatsch. Skileraar Stephan probeert me gerust te stellen door te zeggen dat ik over een uur vast al van de piste kan skiën. Dat stelt me helemaal niet gerust. Ik wil helemaal niet van die piste. Ik heb al moeite om met ski’s aan te lopen en niet te struikelen. “Trust me”, zegt Stephan, terwijl hij me aankijkt vanachter zijn glimmende skibril. “I will catch you if you fall.” Nou, vooruit dan maar…
We beginnen met de basis: leren remmen. Dat doe je door je ski’s in een v-vorm te houden, met je knieën naar binnen en je voeten wijd. Dat lukt gelukkig prima, al ski ik de eerste keer bijna Stephan omver. Het maken van bochten gaat minder makkelijk. Gewicht naar links betekent naar rechts gaan en andersom. Maar ik doe het steeds verkeerd. En als ik heel hard van de oefenpiste ga, raak ik zo in paniek dat ik vergeet te remmen en mezelf maar laat vallen: regel 1 van Stephan, laat jezelf vallen als je niet kunt remmen. Wat dat betreft, ging het dus goed. Toch wordt het me duidelijk dat skiën niet vanzelf gaat. Nou ja, het skiën wel, maar het remmen en draaien niet. Toch mag ik na een uur oefenen met hulp van Stephan van de echte piste af. Ik zie kinderen van vier jaar ook naar beneden gaan en dat schept moed. Ik vind het doodeng, maar het lukt, al moet ik af en toe even op mijn skileraar leunen. Minder goed gaat het weer omhoog komen met de lift. Het is zo’n oldskool ding met zitjes aan een stok. Als ik boven kom, laat ik te laat los en val ik met mijn kont in de sneeuw. Ook daarna val ik weer. De lift en ik worden geen vrienden. Na twee uur les kan ik redelijk de piste af. Ik voel mijn spieren en zweet me een ongeluk. Tijd voor ontspanning.
Ontspannen kan gelukkig heel erg goed in Zuid-Tirol. Heel veel hotels hebben een sauna en wellness area. Zo ook Hotel Tirler. Populair zijn behandelingen met producten uit de lokale natuur, zoals appelbaden, kruidenstempels en hooibaden. Voor hooibaden is er zelfs een speciaal hotel, Hotel Heubad, dat een van de beste aanbieders van hooibaden is. Waar hooibaden goed voor zijn? De kruiden in het hooi, die alleen op enkele plekken in Zuid-Tirol groeien, helpen tegen reuma en artrose en andere gewrichtspijnen. Ik kies voor een behandeling met hotstones en arnica-olie. Erg lekker en na afloop kan ik er weer helemaal tegenaan. Het hotel heeft een super fijne hooisauna (weer dat hooi!) en een ruimte vol met toffe hangstoelen met schapenvachtjes erop. Vanuit daar kijk je uit over de sneeuw: ideaal om lekker even te relaxen. Daarna de warme sokken aan, en voetjes omhoog bij de open haard. Een Vernatsch (lokale wijn) erbij en ik ben helemaal tevreden.
Voor wie niet van skiën houdt, is er een sportief en snel alternatief: sleeën. Wij hebben een sledetocht gedaan in het maanlicht. Pikdonker met als enige licht een lamp op je hoofd. Spannend! We vertrokken vanuit de Zallinger Hutte en sjeesden vanuit daar 300 meter naar beneden, naar ons hotel. Een te gekke ervaring. Ook leuk: een rit in een paardenkar. Dekentje over je benen en je zit lekker warm.
Inmiddels ben ik weer terug in Nederland. Mijn eerste wintersportervaring zit erop. Ik heb enorm genoten. Skiën zal nooit mijn grootste hobby worden, maar ik ben trots dat ik het heb gedaan. Sleeën daarentegen vond ik super gaaf, net als Zuid-Tirol zelf. Wat een mooie bergen, wat een lekker eten en wat een heilzame lucht. Ik heb ontspannen, mezelf ingespannen en ben weer helemaal relaxt. Ik wil graag nog eens terug. Het leuke aan Alpe di Siusi vind ik dat je hier naartoe kunt als je dol bent op skien, maar ook als je gewoon lekker van de sneeuw en de natuur wilt genieten. Er zijn steile pistes, maar ook genoeg minder steile pistes, waardoor het gebied erg geschikt is voor kinderen en beginnende skiërs. Tel daarbij op de Italiaanse flair en de leuke mensen die zich toch ook echte Tirolers voelen. Dat uit zich in geblokte gordijntjes gecombineerd met design meubelen tot een ober in lederhosen, die wel een echte Italiaanse cappuccino komt brengen. Natuurlijk liever niet ’s middags, want het zijn wat dat betreft echte Italianen die een cappuccino na 11 uur niet vinden kunnen.
Van onze reis hebben we een video gemaakt. Zie mij klunzig op die ski’s staan : )
Meer informatie over Zuid-Tirol vind je op suedtirol.info
Foto’s en video zijn eigendom van Your Future Postcard en Suedtirol.info en mogen alleen met toestemming van een van beiden worden gebruikt.
Leuk blog en wowww wat een gave kamer had je!
Dank je! Mijn kamer was inderdaad te gek.
Thanks!